Discreet

Gepubliceerd op 31 maart 2020 om 08:09

Iedereen - nu goed, niet iedereen, maar toch een aantal onder jullie - die ooit de eer heeft gehad om een klein mensje langs een nog kleiner gaatje deze wereld in te duwen, zal zich een idee kunnen vormen bij de vloek van de verslapte bekkenbodemspier.

"Ik lach, ik nies, ik verlies urine." Stressincontinentie heet dat dan, maar eerlijk gezegd krijg ik nog meer stress van die benaming dan van het fenomeen op zich. 'Incontinentie'. Ik ben nog geen tachtig, hoor. Incontinentie doet me altijd denken aan het woord 'bedlegerig', waarvan ik beschamend lang heb gedacht dat het betekende dat iemand 's nachts nog in zijn broek plast. Letterlijk dus zijn blaas leegt in zijn bed.

 

In elk geval, the struggle is real. Een van de redenen waarom ik het sporten de afgelopen drie jaar een beetje had opgegeven, is door dat vreselijk ontmoedigende, beschamende en zelfs licht ontmenselijkende gevoel van op het ritme van gelijk welke sportbeweging - zij het springen, joggen of dansen - met een natte broek te zitten. Na enkele keren bevuild terug te keren van het joggen, waarna ik mij stilletjes huilend ging douchen, heb ik mijn loopschoenen in de kast laten staan. Maar toen kwam die vreselijke verkoudheid (of was het corona?) waardoor ik weken aan een stuk moest hoesten, iedere keer met hetzelfde resultaat. Ik ben als een gek aan het kegelen geslagen, en met resultaat: mijn bekkenbodemspier is nu al veel sterker, en kan al wel wat 'stress' verdragen.

 

Enkele dagen geleden haalde ik, gesterkt door de eerste zonnestralen, mijn loopschoenen na al die jaren opnieuw van de plank. Met de zekerheid van een Always Discreet-verband in mijn slipje - en na een triple check voor de spiegel om zeker te zijn dat je dat niet door mijn strakke loopbroek kon zien - trok ik op pad. Toen ik na een halfuur thuiskwam vertelde ik trots aan mijn vriend dat ik het volledig droog had gehouden! Hij bekeek mij wat verward, maar toen ik verduidelijkte dat ik al jaren niet meer had kunnen lopen zonder mezelf genadeloos te bepissen, was hij oprecht enthousiast en blij voor mij (ja, 't is een schatje). Dag 2 waagde ik het erop met een dunner verband, en opnieuw bleek dit overbodig. Maar op dag 3 sloeg de hoogmoed toe en trok ik ongewapend ten strijde. Dat was dus een slechte beslissing.

 

Ik was nog niet goed de straat uit, of ik voelde het al: dit komt niet goed. Nu mocht ik die vermaledijde bekkenbodemspier nog zo hard aanspannen als ik kon, toch voelde ik al nattigheid. Ik overwoog om rechtsomkeer te maken, want een huilbui onder de douche leek mij niet meteen een redelijke prijs voor wat extra verbrande calorieën. Maar ik hield toch nog even vol, en zag toen mijn redding opduiken van achter de bocht. In een verlaten bosje zou ik vast en zeker een plekje vinden waar ik mijn blaas ongemerkt in één keer kon ledigen, in plaats van daar nog twintig minuten en drie kilometer over te laten gaan. Ik nam mijn opties in overweging, en besloot het erop te wagen. Na een avontuur van een vijftal minuten tussen hulst en ander stekelig gebladerte, vond ik de perfecte plaats, waar ik terstond in hurkzit ging ontstressen. Ik nam de doornige weg terug uit mijn groene toilet en dacht net dat ik ermee weg zou komen, toen er twee fietsers passeerden die mij argwanend aankeken. Niet zomaar twee fietsers, trouwens. Mijn buren. Mijn enige buren in een straal van 50 meter. Zowat de enige mensen die ik had kunnen tegenkomen op dat moment die mij enigszins in verlegenheid hadden kunnen brengen, kwamen net dan op dat afgelegen paadje langsgefietst. Ik lachte alsof het de bedoeling was, en rende de andere kant op. Droog, overigens. Maar volgende keer toch maar weer een verband.

Reactie plaatsen

Reacties

Jenny De Wilde
5 jaar geleden

Opnieuw een plezier om te lezen en zo herkenbaar.
Alleen, ik zou het zo grappig niet kunnen vertellen.
Kijk al uit naar het volgende ....