Te veel van iets is nooit goed, zegt een oude volkswijsheid. Dat ze gelijk hebben. Ik voel me dankbaar om mijn huisgenoten, want deze lockdown alleen meemaken moet bijzonder eenzaam zijn. Maar er zijn ook momenten waarop ik verlang naar dat alleen zijn. Een rollercoaster van emoties om grote kleine dingen.
Dag 18 van de lockdown. Gelukkig heb ik nog wel wat ideetjes om onze dagen plezierig in te vullen, maar alle input is welkom. 's Morgens vraag ik aan mijn dochtertje die over vijf dagen haar vierde verjaardag viert: "Wat wil jij vandaag het allerliefste doen?". Ze kijkt me aan, lacht haar tandjes bloot en zegt: "Mama knuffelen!".
Op zulke momenten kan je echt niet kwaad zijn om die lockdown. De tijd die we nu samen doorbrengen, is van een kwaliteit en een kwantiteit waar we later nog vaak naar zullen verlangen. En ja, ik hoor een miljoen keer per dag "mama". Soms gevolgd door "Kusje!". Soms door "Je moet mijn poep afvegen!". En soms ook gewoon gevolgd door "Wat?", omdat ze zelf al niet meer weet waarvoor ze me nodig had. Het gebeurt zelfs dat ik druk bezig ben in de keuken, omdat ik het op een overmoedig moment een goed idee vond om te koken, de vaat te doen en een was in de wasmachine te steken tegelijkertijd, en dat ze mij dan roept vanuit de living omdat ze haar beker water wil, die gewoon naast haar staat maar waar ze niet bij kan zonder recht te staan. Dan reik ik haar met rollende ogen haar beker aan, wacht ik tot ze klaar is met drinken en zet ik hem weer terug (terwijl ik mezelf stilzwijgend verwijt dat ik op dit moment behoorlijk aan het falen ben in mijn opvoeding). En als ik dan net terug in de keuken ben en ze roept weer "Mama! Kom eens!", dan durf ik al wel eens te verlangen naar de dag waarop de scholen weer open gaan. Omdat ik dan alleen maar naar mijn eigen water moet reiken en mijn eigen kont moet afvegen en verder al stilaan kan beginnen uitkijken naar het uur waarop de schoolbel gaat, omdat ik die kleine lastpost toch stiekem al een beetje begin te missen.
Maar op een moment als hierboven beschreven, dank ik het coronavirus op mijn beide knieën voor al deze tijd om te knuffelen met mijn kind. Want tijdens deze lockdown worden alle kleine dingen groot. Kleine gelukskes zoals dit vullen mijn hart met een gloed die me nog niet vaak eerder zo heeft verwarmd.
...
Dag 19 van de lockdown. Kan iemand mij alstublieft in een raket proppen en katapulteren naar de maan? Dan ben ik goddomme eindelijk nog eens alleen. Zelfs toiletbezoeken gebeuren tegenwoordig met publiek. Een onbeschoft publiek, op de koop toe, dat door mijn performance heen praat en me nadien niet eens een applaus gunt. Dat soms alweer weggelopen is nog voor het spektakel uit is, en de deur wagenwijd open laat staan, terwijl ik daar weinig elegant met mijn broek op mijn enkels gestript zit.
Tijdens deze lockdown worden kleine dingen groot. Zo gaat dat ook met ergernissen. Ik mompel vloekwoorden tegen mezelf als ik zie hoe een druppend washandje vlekken maakt op mijn badkamervloer, omdat iets uitwringen met twee handen tot er geen water meer uitkomt blijkbaar een kunst is die sommigen nooit onder de knie hebben gekregen. Ik heb soms het gevoel dat ik de enige ben in huis die opruimt, weet waar dingen staan of de televisie uitzet als er toch niemand kijkt. En terwijl ik nu wel écht eventjes mijn ruimte nodig heb - ruimte die ik tijdens deze lockdown, die ironisch genoeg voor mij betekent dat ik meer met mensen word geconfronteerd dan ik gewoonlijk aankan, probeer te creëren door mijn huisgenoten te negeren en te hopen dat ze niet te luid ademen zodat ik me kan inbeelden dat ze er niet zijn - loopt hier ook nog een man rond die zo nodig wil knuffelen. Knuffelen! Ik bedoel, je moet maar durven. Anderhalve meter afstand, makker! Het wordt me soms allemaal te veel. Dus dat van die raket, kan dat dan geregeld worden alstublieft?
...
Vandaag staan er evenveel graden op de thermometer als dagen op de lockdownteller: 21. Wat een heerlijke dag, waarop werkelijk niemand me irriteert. De vogeltjes fluiten en ik kijk met plezier naar de eekhoorntjes die halsbrekende toeren uithalen in de bomen rond mijn huis. Mijn kat worstelt kennelijk met een identiteitscrisis in deze moeilijke tijden en denkt dat ze, omdat ze evenzeer gezegend is met een pluizige staart, een van hen is. Ze holt speels achter de eekhoorntjes aan en blijft verweesd naar boven staren als de kleine knabbelaars de bomen in vluchten. Mijn andere kat laat het zich welgevallen en wentelt zich vol overgave in het kat-zijn. Ze zoekt streepjes zon op of dozen waar ze nauwelijks in past, en gaat een ganse dag (en nacht) liggen slapen. Op een enkele driftbui na heb ik van dochterlief vandaag alleen haar aanstekelijke schaterlach gehoord, en lieve woordjes aan mijn adres. Manlief heeft vandaag geen washandjes drijfnat achtergelaten, of althans dat is mij niet opgevallen, en die knuffels zijn eigenlijk best wel fijn. Soms moet je er even door. Gewoon blijven ademen tot het allemaal weer leuk wordt.
"Hallo, NASA? Met Laurence. Kan ik die raket die ik had besteld nog annuleren, a.u.b? Ik heb er nog eens over nagedacht en ik blijf toch graag met mijn voetjes op de grond."
Reactie plaatsen
Reacties
Alweer een plezier om te lezen. Hoe kom je erbij om de dagelijkse dingen zo een twist te geven zodat het leest als een roman. Super goed gedaan. Ben héél fier op jou. X