Er is weer handzeep in de winkel. De rekken toiletpapier zijn aangevuld. We kunnen naar de kapper, naar de barbier, naar de schoonheidsspecialiste. Het is nodig. We kunnen weer onze kleren in een winkel gaan kopen in plaats van online. (Zijn er nog mensen die al meer dan een maand op een pakje wachten?) We mogen weer met een paar dierbaren afspreken. De zon schijnt nog steeds, ik begin weer een beetje geld te verdienen. Er mogen meer mensen aanwezig zijn op ons huwelijk volgende week. Het einde is in zicht, zou je denken. Nieuwe moed, zou je denken. Maar zo voelt het voor mij niet. Ik zal het maar gewoon eerlijk zeggen: dit hele lockdown-gedoe hangt vierkant mijn voeten uit.
Nu we zogezegd stilaan terugkeren naar normaal, besef ik des te meer: niets is nog normaal. Zullen we ooit nog inkopen gaan doen zonder ontsmettende handgel in de aanslag? Zullen we op een dag niet meer schuins kijken naar onbekenden die geen anderhalve meter afstand van ons houden? Zal ik mijn ouders kunnen kussen zonder me zorgen te maken dat ik net hun doodvonnis heb getekend? Zal ik nog afleren van mijn dochter te vermanen dat ze niet te dichtbij haar vriendinnetjes mag komen als we elkaar tegenkomen op straat? Zullen we de andere dan weer vertrouwen? Zullen we niemand meer aan dit virus verliezen? Dat betwijfel ik.
Eens spontaan de stad in trekken, wat winkelen, een ijsje eten aan de Graslei. Iets gaan eten, iets gaan drinken, naar de cinema. Een familiebarbecue of verjaardagsfeestje houden. Het zal ooit wel weer mogen. Maar zal het nog hetzelfde zijn? Over die zaken pieker ik de laatste tijd. In het begin zag ik het virus als iets tijdelijks, en de bijhorende maatregelen benaderde ik zo positief mogelijk. Genieten van de rust en de quality time zolang het nog kan. Maar nu heb ik het gevoel dat het virus voor altijd iets van ons heeft afgepakt. Die heerlijke onbezorgdheid. Een wc doorspoelen zonder het deksel naar beneden te doen en je adem in te houden. Iets aanraken buiten je eigen huis zonder daar twee keer over na te denken. Wel bewust zijn van het feit dat iedereen elk moment kan sterven, aan gelijk wat, maar het toch niet zo concreet voor je zien in alles wat je doet. Die onbezonnenheid wil ik zo graag terug, ooit, als het kan. Hoe sneller, hoe liever.
Laat ons hopen dat dit die laatste loodjes zijn, waarvan al jaar en dag wordt beweerd dat ze het zwaarste wegen. Laat ons hopen dat dit virus van ons geen koel, geïsoleerd, wantrouwig volk maakt. Dat we daarentegen een betere, warmere wereld tegemoet treden, met minder fijn stof en meer liefde. En iets meer handhygiëne, misschien.
Reactie plaatsen
Reacties