Locked in

Gepubliceerd op 25 augustus 2020 om 18:45

Ik vrees dat, althans voor mij, de magie van de eerste maanden van de lockdown stilaan verdwenen is. Voor mij was het voor het grootste deel een mooi verhaal. Ik had het geluk dat het drama van het virus nooit echt dichtbij kwam. Ik wentelde me in de social distancing alsof het een warm, zacht dekentje was.

Ik herinner mij hoe de tijd leek stil te staan, en het scherpe contrast met de jachtigheid van de voorafgaande jaren. Ik herinner mij wandelingen in de eerste lentezon en een glimlach op mijn gezicht bij het zien van bordjes in de straat met opschriften als 'Blijf in uw kot' en 'Dank je wel'. Ik herinner mij dezelfde glimlach op de gezichten van toevallige voorbijgangers die plots met mij verbonden leken door een groter geheel. Ik herinner mij ontdekkingstochten door het leerpakket van de eerste kleuterklas en speurtochten in de buurt op zoek naar kriebelbeestjes, kippen en knuffelberen. Ik herinner mij uitgebreide aperitiefmomenten op weekdagen omdat daar plots tijd voor was, omdat we thuis waren, omdat de zon scheen en we gelukkig waren in de cocon van ons gezin.

 

Bijna een halfjaar later voelt mijn cocon eerder als een dwangbuis. Het is tijd om mij te ontpoppen en mijn vleugels uit te slaan. Voor mijn dekentje is het inmiddels ook te warm geworden; ik heb er mij lang genoeg in gewenteld. En aperitiefjes drinken doen we toch niet meer - of althans niet meer gezellig samen bij elkaar. Wandelingen maken we niet meer, want de straten zijn nog steeds dezelfde, en glimlachen doen we minder vaak, waarom weet ik niet. Stilstaan zijn we alweer verleerd omdat we gewend zijn geraakt aan het traag voortschrijden van de tijd en dus voelt het nu weer alsof we tijd tekort hebben.

 

Buiten deze muren breken lukt voorlopig niet, binnen deze muren is de lucht zwaar met teleurstelling van verwachtingen die ik niet kan inlossen. Mijn batterij is leeg, mijn emmer is vol. Een tijdlang begreep ik niet waarom. Er is toch heel weinig dat 'moet' tegenwoordig? Een vriend deed mij beseffen wat het probleem is: ik ben een introvert. En introverten hebben meer dan anderen nood aan rust en alleen zijn, om alle prikkels te verwerken die op hen afkomen. Sinds de wereld in lockdown ging, ben ik nog zelden alleen. Mijn cocon is ook van mijn huisgenoten. Zij willen én verdienen mijn aandacht, maar ik heb niet zo veel meer te geven. Vanwege die lege batterij en die overvolle emmer. Dat maakt me droef. Ik wil een goede huisgenoot zijn, een goede mama, een goede vrouw. Maar net zoals in een vliegtuig, moet ik eerst mijn eigen zuurstofmasker opzetten. En dus heb ik boven voor mezelf een nestje gemaakt. Waar niemand tegen me praat, waar niemand iets van me wil, waar ik geen tikken van toetsenborden hoor, waar niemand ademhaalt behalve ik. Een cocon binnen mijn cocon. Een omhelzen van de isolatie. Als ik daar ben, besta ik niet. Dan richt ik mijn energie naar binnen en laat ik mijn batterij weer voller lopen en mijn emmer leger. Dan zet ik eerst mijn eigen zuurstofmasker op. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.